Spring naar de inhoud

Coachingpraktijk Into The Woods

Welzijn zorgverleners

Wij hulpverleners zijn een koppig ras. Ja ik mag dat zeggen want ik ben er zelf eentje. En bij mij was alles “cava” tot en met ik letterlijk tegen de muur aanliep. En dan was nog alles “cava” want ik wou het niet aannemen en vooral zo snel mogelijk terug beginnen. Want een burn-out is voor mensen met een midlife crisis en voor zwakke mensen. En het wordt als excuus gebruikt om gewoon langer thuis te zitten. 

Dat waren een paar valse overtuigingen die in mijn hoofd zaten over burn-out. En als er nu een ding is wat ik niet was, dan was het zwak. Hoe kon ik zwak zijn als ik op 3 maanden 200 overuren had geklopt? (en er nog trots op was ook?) Hoe kan ik zwak zijn als ik al bijna 9 jaar dag in dag uit aan het werken was, full continue, en nog een actief sociaal leven, hobbies en de ene opleiding na de andere deed? Hoe dan? 

Ik denk als je het voorgaande leest, je wel weet hoe. Want dat is hetgene waar iedereen je voor waarschuwt, doe niet te veel. Maar ik, en bijna iedere zorgverlener (zelfs jij) weet perfect om goed voor een ander te zorgen, maar hoe je goed voor jezelf moet zorgen, dat is een andere zaak. 

Er wordt heel veel van je gevraagd als hulpverlener. Zelf werk ik als verpleegkundige op INZO en draai mee in een shift systeem. Dat alleen al is een aanslag op je lichaam, dat je vooral een aantal jaar later pas begint te voelen. Je moet voor andere mensen zorgen, op je beste dagen maar ook op je slechtste dagen. Je moet vriendelijk blijven, ook al blijft de tegenpartij niet altijd even vriendelijk. We doen dingen waar mensen buiten de zorg zelfs nog nooit over gehoord hebben. We worden geconfronteerd met zieke mensen, met overlijdens, met reanimaties, met leeftijdsgenoten die dodelijk ziek zijn, kinderen, … Zo kan ik nog even doorgaan. En dat is ook wat er van ons verwacht wordt. Blijven doorgaan. Ondanks alles wat je meemaakt. En dat doe je ook. Je blijft doorgaan, blijft de zieke collega’s vervangen, blijft buiten je regime werken, blijft vriendelijk, blijft je job doen… Tot het niet meer gaat. En dan is het eigenlijk al te laat. 

Ik ben “opgegroeid” op mijn afdeling met het “blijven gaan” principe. Wat gebeurt, gebeurt en daar blijven we niet bij stil staan. Daar was eerlijk gezegd vaak ook geen tijd voor. En ja, na je shift te draaien heb je vaak geen zin om nog na te praten. Dan wil je naar huis. Naar je partner, familie of vrienden, die geen directe link misschien heeft met de hulpverlenerswereld en dus ook helemaal niet snapt waar je het over hebt. En je dus meer tijd spendeert om dingen uit te leggen dan te ventileren. En ze bedoelen het goed, maar je kan je ei niet kwijt. En om je collega’s erover aan te spreken, is misschien een brug te ver want hetgene wat gisteren misschien is gebeurd, lijkt hen niet te deren. LIJKT… En dus doe je maar verder. Het passeert wel want ja, je hebt wel voor deze job gekozen en moet je er maar bijpakken wat er zich presenteert. 

Om een lang verhaal kort te maken, er word altijd gezegd dat de (geestelijke) gezondheidszorg een “zachte sector” is. Niets is minder waar. Het is een bikkelharde sector en dat mag wel eens wat meer besproken worden. Vooral door onszelf. 

Daarom dat ik me specifiek op hulpverleners richt. Ik werk momenteel 12 jaar als verpleegkundige en de laatste 5 ook als mentor voor studenten en nieuwe collega’s en zie van dichtbij dat die tendens zich gewoon verder zet. Ik zei het al, we zijn een koppig ras 😉 

Ik wil het bespreekbaar maken van emoties terug brengen naar onze job. Durven spreken, voor jezelf opkomen. Het welzijn van de zorgverlener terug op nummer 1 plaatsen en dat start met jou. Want wat veel mensen vergeten, is dat wij ook maar mens zijn. 

Op het werk zit ik ook in het STEAM team, een team dat collega’s opvangt na traumatische gebeurtenissen op het werk. Hier volg ik ook de nodige bijscholingen voor die ik zowel op het werk als er naast kan gebruiken.